bekijk Alle publicaties

Jurisdictie en duidelijkheid voor online kansspelaanbieders: Advocaat-Generaal Emiliou over grensoverschrijdende aansprakelijkheid en kansspelwetgeving

De conclusie van Advocaat-Generaal N. Emiliou in zaak C-77/24 (Wunner) verduidelijkt belangrijke juridische kwesties voor online kansspelaanbieders in de EU, met name wanneer zij zich richten op spelers in gereguleerde markten zoals Oostenrijk en Duitsland.

Op 12 juni 2025 heeft Advocaat-Generaal N. Emiliou een belangrijk advies uitgebracht in zaak Case C-77/24 (Wunner), waarin een cruciale rechtsvraag voor online kansspelaanbieders in de EU centraal staat.De zaak betreft een situatie waarin een consument uit een EU-lidstaat de bestuurders van een online kansspelbedrijf, gevestigd in een andere lidstaat, aanklaagt wegens het aanbieden van niet-gelicentieerde online kansspelen. De kernvraag is welk nationaal recht van toepassing is bij een dergelijke aansprakelijkheidsvordering.

Achtergrond van de zaak

De zaak draait om een Oostenrijkse ingezetene (TE) die financiële verliezen leed door deel te nemen aan online kansspelen, aangeboden door een Maltees bedrijf, Titanium Brace Marketing Ltd, via de website www.drueckglueck.com.

Het bedrijf had een vergunning in Malta, maar beschikte niet over een gokvergunning in Oostenrijk. De speler stelde een civiele aansprakelijkheidsvordering in, niet tegen het bedrijf (dat inmiddels failliet is), maar rechtstreeks tegen de voormalige bestuurders.

Rome II-Verordening: toepasselijkheid en reikwijdte

De Oostenrijkse rechter vroeg om verduidelijking op grond van de Rome II-Verordening (Verordening (EG) nr. 864/2007). Twee kernvragen kwamen aan bod:

  • Valt de aansprakelijkheid van bestuurders buiten de reikwijdte van Rome II, vanwege de uitzondering voor “niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit vennootschapsrecht” (artikel 1, lid 2, onder d)?
  • Als Rome II wel van toepassing is, waar heeft de “schade” dan plaatsgevonden (artikel 4, lid 1)? In Oostenrijk (waar de consument speelde) of in Malta (waar de aanbieder is gevestigd)?

Belangrijkste bevindingen van de Advocaat-Generaal

Rome II is van toepassing op bestuurdersaansprakelijkheid

Advocaat-Generaal Emiliou concludeerde dat de Rome II-Verordening inderdaad van toepassing is.

De vordering tegen de bestuurders vloeit niet voort uit vennootschapsrechtelijke verplichtingen, maar uit de schending van een algemeen wettelijk verbod (het aanbieden van kansspelen in Oostenrijk zonder nationale vergunning). Dit soort overtreding van publiekrechtelijke regels valt onder niet-contractuele verbintenissen en daarmee binnen de reikwijdte van Rome II.

Belangrijk punt: Online kansspelaanbieders en hun bestuurders kunnen zich niet beroepen op vennootschapsrechtelijke uitzonderingen om aansprakelijkheid onder Rome II te vermijden bij schending van nationale kansspelwetten.

De plaats van schade is het land van de speler

Emiliou stelde verder dat op grond van artikel 4, lid 1, van Rome II de plaats van schade het land is van waaruit de speler deelnam. In dit geval dus Oostenrijk.

Hoewel de technische operaties en infrastructuur zich in Malta bevonden, deed de schade (het gokverlies) zich voor in Oostenrijk, waar de speler de inzetten plaatste.

Belangrijk punt: Het toepasselijke recht zal waarschijnlijk het recht zijn van het land van de speler, en niet het land waar de aanbieder een vergunning heeft. Voor aanbieders is een diepgaand begrip van de doelmarkten dus essentieel.

Gevolgen voor online kansspelaanbieders

Hoewel dit advies geen definitieve uitspraak is, biedt het waardevolle inzichten voor de iGaming-industrie:

  • Nationale kansspelwetten zijn doorslaggevend: zelfs met een vergunning in Malta of Curaçao moeten aanbieders zich houden aan de lokale wetgeving wanneer zij spellen aanbieden in gereguleerde EU-markten zoals Oostenrijk of Duitsland.
  • Bestuurders kunnen aansprakelijk worden gesteld: spelers kunnen vorderingen instellen tegen de natuurlijke personen achter het bedrijf, vooral als de aanbieder insolvent is of zich verschuilt achter aansprakelijkheidsstructuren.
  • Consumentenbeschermingswetten krijgen prioriteit: aanbieders moeten zich houden aan lokale consumentenbeschermingswetten (zoals de Oostenrijkse Glücksspielgesetz). Schending hiervan kan leiden tot schadeclaims, ongeacht de bedrijfsstructuur of algemene voorwaarden van de aanbieder.
  • Plaats van gokken bepaalt toepasselijk recht: aanbieders moeten bij hun risicobeoordeling rekening houden met de jurisdictie van de consument, en niet alleen met de locatie van hun vergunning of servers.

Het Curaçao-perspectief

Aanbieders die in Curaçao zijn gelicentieerd of daar een vergunning aanvragen, moeten deze ontwikkelingen nauwlettend volgen.
Hoewel het vergunningenstelsel in Curaçao breed is, blijft internationale rechtsblootstelling een aanzienlijk risico. Curaçao hervormt momenteel zijn vergunningensysteem om dit meer in lijn te brengen met hogere internationale normen (zoals eerder besproken in blogs over Responsible Gaming en AML-compliance).
Deze zaak toont echter aan dat grensoverschrijdende juridische risico’s reëel en groeiend zijn.

Naleving van Curaçaose regels is noodzakelijk, maar mogelijk niet voldoende. Aanbieders moeten er ook voor zorgen dat zij de juridische kaders van hun doelmarkten respecteren, met name in de EU. Dit vereist grondige kennis van het juridische landschap van de beoogde jurisdicties, wat het belang van gespecialiseerde juridische experts benadrukt.

Conclusie

Het advies van de Advocaat-Generaal onderstreept een bredere juridische trend richting sterkere consumentenbescherming, striktere handhaving van nationale kansspelwetten en grensoverschrijdende aansprakelijkheid voor niet-gelicentieerde kansspelen.
Voor online kansspelaanbieders zijn juridische due diligence en strikt lokale compliance-strategieën geen optie meer, maar cruciaal voor duurzaam marktoegang in Europa.

Risico’s signaleren? Neem gerust contact op.

Vissers TelefoonVissers op LinkedInVissers e-mail